Franeker is een mooi elfstedenstadje in het noorden van Friesland en tevens universiteitsstad. Het heeft een historische binnenstad met veel monumenten, zoals het prachtig stadhuis in renaissancestijl. Het is één van de vroegste Friese raadhuizen in renaissancestijl. Het werd eind 16e eeuw ontworpen door plaatselijke meesters. Vooral de trapgevels en lantaarntoren springen in het oog.
Sneek is één van de elfstedenstadjes van Friesland. Een Elfstedentocht over het ijs is een zeldzaamheid geworden. Deze schaatstocht van bijna 200 kilometer over natuurijs is voor het laatst in 1997 gereden. Praktisch als de Friezen zijn, maken ze dan gewoon een nieuwe Elfstedentocht. Niet verbonden door ijs, maar door het sprankelende water van fonteinen. Die fonteinen zijn gemaakt door elf internationale topkunstenaars uit elf verschillende landen. Zo heeft elke elfstedenstad zijn eigen fontein.
De naam van dit dorpje lijkt erg op Zürich, de stad in Zwitserland, maar komt waarschijnlijk van zuidelijke (Zuder) oever (ich). Het dorp ligt tussen Harlingen en Makkum, iets ten noorden van de plaats waar de Afsluitdijk in Friesland aankomt. Omdat de naam nogal sterk op Zürich lijkt trekt het dorp veel bezoekers uit Zwitserland. Een voorstel om de naam van het dorp in 2000 te veranderen in een Friese naam had dan ook niet veel voorstanders en het voorstel werd ingetrokken.
Kornwerderzand is een werkeiland dat gebouwd werd op een zandplaat in de Zuiderzee, met dezelfde naam, vóór de aanleg van de Afsluitdijk. Deze Afsluitdijk is belangrijk om Nederland tegen overstromingen te beschermen. Het is het enige dorp op de Afsluitdijk. Vlakbij het dorp ligt een stelsel van sluizen dat het waterpeil van het IJsselmeer controleert. Omdat dit van militair belang is werden hier kazematten gebouwd om deze sluizen te beschermen.
Een nederzetting hier groeide al snel uit tot een centrum voor handel en scheepsbouw wegens zijn verbinding met de Middelzee, een middeleeuwse zeearm. Het kreeg al stadsrechten in de 13e eeuw. De stad was volledig omgeven door water en had dus geen muren of wallen nodig om zich te beschermen tegen invallen.
Midden door de stad loopt een gracht: de EE of IJ die de stad haar naam gaf. Langs deze gracht zijn de overtuinen gelegen die typisch zijn voor IJlst.
Dit terpdorp ligt tussen Makkum en Exmorra. Niet ver van de Grote Kerk ligt Het Friese Museumdorp Allingawier. Dit authentieke Friese terpdorpje is langs een vaartje gelegen en telt naast twee kerken, een boerderij en een kruidenierswinkel ook nog veel andere gebouwen die uitnodigen tot een bezoek. Het eerste gebouw dat we bezochten was een kerk uit 1634. Zeer eenvoudig van inrichting maar zeker een bezoek waard omdat naast een tentoonstelling van schilderijen we ook een drankorgel zagen.
De enige reden dat we dit voormalige vissersdorpje, dat tussen Makkum en Bolsward ligt, bezochten was de oude school annex kruidenierswinkel die samen met Allingawier deel uitmaakt van de Aldfaers Erf Route. In oktober was deze kruidenierswinkel echter gesloten.
Ten noorden van Leeuwarden ligt Jelsum, een terpdorp. Hier kan je het Dekema State bezoeken. Een State is het Friese woord voor een adellijke woning. Dit rijksmonument laat je zien hoe een adellijke Friese familie woonde. Dekema was de naam van de familie die hier woonde in de 16e eeuw. Alhoewel er nadien verschillende families deze state bezaten is de naam Dekema altijd gebleven. Dekema State werd bewoond tot 1996. Oorspronkelijk was deze state een ‘stins’, een simpel rechthoekig stenen huis gebouwd in de 13e eeuw, dat gemakkelijk kon verdedigd worden.
We hadden in Friesland geen kliffen verwacht maar toch zijn ze er. Oudemirdumerklif is een natuurgebied in de gemeente Oudemirdum en ligt aan het IJsselmeer. De kliffen zijn ontstaan door een gletsjer uit de voorlaatste ijstijd. Tijdens deze ijstijd werden er muren van keileem gevormd, omdat het ijs de bodem voor zich uit dreef. Waar de zee in contact kwam met die muren werden door erosiegaten gevormd, die het bovenliggende keileem deden instorten.
Dit kleine komdorp (een dorp dat op een kruispunt van wegen ligt) met vijftig inwoners, ligt achter een dijk aan het IJsselmeer. Een deel van dit dorp is een beschermd dorpsgezicht. Twee grote boerderijen uit het dorp zijn beschermd als monument. In één ervan, Nynke Pleats, is er nu een restaurant dat zijn naam dankt aan de laatste bewoonster. Deze boerderij dateert uit de 18e eeuw en heeft nog zijn originele rieten dak en balken.
Dit dorp is ontstaan na de indijking van de Lauwerszee tot het Lauwersmeer in 1969. Hier vertrekt de veerboot naar Schiermonnikoog en kan je ook de boot nemen voor een Wadden-Safari en zeehonden spotten. Lauwersoog is nu een belangrijke vissershaven. Om van het Lauwersmeer naar de Waddenzee te kunnen varen werd een grote sluis, de Robbengatsluis, gebouwd. Omdat de invloed van eb en vloed wegviel is het landschap na de indijking sterk veranderd.
Harlingen is één van de steden van de Friese Elfstedentocht en bezit de belangrijkste haven van Friesland. Vanuit Harlingen kan je de boot nemen naar de Waddeneilanden Vlieland en Terschelling. Deze stad telt 650 monumenten waarvan de Noorderhaven de belangrijkste is. Deze haven werd in de 16e eeuw gegraven en heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de stad. Sommige pakhuizen dragen nog steeds de naam van toenmalige handelsbestemmingen.
Dit terpdorpje ligt aan de Waddenzee ter hoogte van Ameland. Omdat in de Middeleeuwen het land bij hoogwater overspoeld werd door water maakten de mensen ophopingen of terpen om hun bezittingen tegen het water te beschermen. Vaak bouwden ze deze terpen rond een zoetwater bron. De terpen werden gemaakt met klei en mest van hun dieren en werden geleidelijk hoger en hoger na verloop van tijd. Aanvankelijk bleven alle familieleden op dezelfde terp wonen want verbindingswegen met andere terpen waren er niet.
In dit kleine dorp vertrekt de veerboot naar het Waddeneiland Ameland. De overtocht duurt zo’n 45 minuten. We zagen een veerboot terugkeren van Ameland en schrokken van de geringe diepte van de Waddenzee op deze plaats. Later zagen we op televisie in een programma van Midas Dekkers over de Waddeneilanden dat de vaargeul continu moet gebaggerd worden omdat hij anders zou dichtslibben.
De tweede Elfstedenstad die wij bezochten tijdens ons verblijf in Friesland.
In tegenstelling tot Dokkum is Hindeloopen geen winkelstad. Het is eerder een verstild historisch stadje, gelegen aan het IJsselmeer. Dit charmante oude stadje wordt gekenmerkt door zijn karakteristieke geveltjes, grachten en veel houten brugjes. Het is een eerder kleine Elfstedenstad en heeft zijn eigen taal en klederdracht behouden (tegenwoordig alleen nog te bewonderen bij speciale evenementen).
Dokkum is één van de steden van de Elfstedentocht (Leeuwarden, Sneek, IJlst, Stoten, Stavoren, Hindeloopen, Workum, Bolsward, Harlingen, Franeker, Dokkum).
Van deze elf steden van de Elfstedentocht hebben wij er tijdens ons verblijf in Friesland 3 bezocht: Harlingen, Hindeloopen en Dokkum.
Dokkum behoort tot de gemeente Dongeradeel en ligt in het noordoosten van de provincie Friesland, vlakbij het Nationaal Park Lauwersmeer.
Iets buiten het centrum van Dokkum ligt het Bonifatiuspark. Voor het park ligt de Bonifatiusbron met een groot standbeeld van Bonifatius, die een boek boven zijn hoofd houdt. Een Engelse monnik kreeg in de 8e eeuw in Rome de naam Bonifatius, met het recht om het evangelie te verkondigen aan de rechter zijde van de Rijn. Ook de kerstening van de Friezen was één van zijn doelen. Hiervoor kwam hij op 80-jarige leeftijd op Pinksteren 754 naar Dokkum.
Dit plaatsje dankt zijn naam aan de drie sluizen (zijlen in het Fries), die gebouwd werden in het begin van de 18e eeuw bij het afsluiten van het Dokkumergrootdiep. Het Dokkumergrootdiep is een smalle zeearm die van Dokkum naar de Lauwerszee loopt. Door deze sluizen hadden schepen vanuit Dokkum toegang tot de Waddenzee. Toen in 1969 de Lauwerszee werd afgesloten verloren de sluizen hun functie als zeesluizen. Aan de sluizen staat een monument uit 1729 “Ter Euwiger gedagtenis van de overdyking van t Dokkumer diep”.
Deze terp is met zijn 8,80 m de hoogste terp van Nederland. Onderaan de terp is er een bezoekerscentrum waar je je moet aanmelden als je de kerk op de terp wil bezoeken. Naast enkele huizen staat op de terp ook de romaanse kerk van Hegebeintum met bijhorend kerkhof. Deze kerk werd in de 12e eeuw met tufsteen gebouwd en tijdens latere eeuwen nog vergroot. Tijdens de vorige eeuw werd de kerk gerestaureerd, maar deze eeuw stelde men vast dat de toren loskwam van de kerk.
Oostmahorn is een klein dorpje aan het Lauwersmeer met een 70-tal inwoners. Dit kleine dorpje is omgeven door campings, bungalowparken en vakantieparken. Het meest markante vakantiepark is het pseudo-historische Esonstad. Deze stad werd in 2005 gebouwd en telt 144 woningen met allemaal een 16e of 17e eeuws uitziende gevel. Het vakantiepark opende in 2006 haar deuren en is een groot succes. Later werd de veerdienst naar Schiermonnikoog, die sinds 1830 tot 1969 in dienst was, heropend vanaf een pier vlakbij Esonstad.
In de Middeleeuwen was er in de buurt van het huidige dorp op een terp een nederzetting. De bevolking leefde van visvangst en landbouw. Omdat het gebied rond de nederzetting regelmatig onder water kwam te liggen werd er later een dijk aangelegd. Nu kon er op de drooggelegde grond aan landbouw gedaan worden en woningen gebouwd. Maar door de dijk kwam er aanslibbing van het buitendijkse gebied waardoor het werkgebied van de vissers steeds verder kwam te liggen. De vissers verhuisden daarom naar een gebied ten westen van Paesens waar de wadgeulen nog wel tot aan de dijk reikten.
Dit museum is gelegen net achter de dijk aan de Waddenzee en bestaat uit vijf vroegere vissershuisjes. Tickets koop je in het huis De Blaes. Van hier wandel je naar De Logger waar je een interessante video over de visserscultuur in het oude Moddergat te zien krijgt. Na de video is het tijd voor het bezoek aan de huisjes. Deze huisjes zijn karakteristieke vissershuisjes. Ze hebben een topgevel met opvallende vlechtingen langs de zijden die uitloopt in een schouw.
Omdat er in de winter niet kon gevist worden en de gezinnen van de vissers dus ook geen inkomen hadden begonnen ze in het voorjaar zo vroeg mogelijk te vissen. De eerste vaart van het jaar 1883 werd echter een grote ramp. Door een enorme storm kwamen maar vijf van de 22 houten vissersschepen behouden terug thuis, al de andere boten vergingen en 83 vissers verdronken. Vele gezinnen bleven zonder vader achter en kenden nadien grote armoede.