Fehmarn is het derde grootste Duitse eiland in de Oostzee en is met een brug van bijna één km lang met het vasteland verbonden. Tussen het eiland en het vasteland ligt de Fehmarnsund, tussen Fehmarn en het Deense eiland Lolland ligt de Fehmarnbelt. De bekenste plaats op Fehmarn is Puttgarden, hier vertrekt de veerboot naar Rødby in Denemarken. Deze verbinding wordt ook de Vogelfluglinie genoemd. Tegen 2020 zal er waarschijnlijk een 20 km lange tunnelverbinding zijn tussen Puttgarden en Rødby.
Vlakbij de Deense grens ligt het grootste Noord-Friese Waddeneiland Sylt. Dit Waddeneiland is met de 11 km lange Hindenburgdamm met het vasteland verbonden. Over deze dam loopt enkel een spoorlijn maar ook auto’s kunnen met de trein mee. De erosie is door de bouw van dijken fel verminderd, zodat het eiland minder in omvang verkleint dan in de vorige eeuwen. Het eiland is 35 km lang en op het breedste punt 13 km breed. Het is het tweede grootste eiland van Duitsland.
Glücksburg is een kleine stad met een prachtige renaissance waterburcht, iets ten noorden van Flensburg aan de Flensburger Förde. Deze fjord is een instulping van de Oostzee tussen Denemarken en Sleeswijk. Glücksburg Slot werd gebouwd in de 16e eeuw en was het eigendom van de familie Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg-Oldenburg. Leden van deze familie werden tijdens de volgende eeuwen lid van de Koninklijke families van England, Noorwegen, Rusland en Denemarken.
Flensburg (in het Deens Flensborg of Flensborre) ligt in het heuvelachtig gebied rond de Flensburger Fjord. Het ligt vlakbij de Deense grens. Tussen de 15e en 19e eeuw was Flensburg één van de belangrijkste havens van Denemarken. Tijdens de Duits-Deense oorlog kwam Flensburg in Duitse handen. Na de Eerste Wereldoorlog werd een referendum gehouden: 75% van de inwoners stemden voor Duitsland zodat de grens met Denemarken iets ten noorden van de stad kwam te liggen. Nu nog wordt er Deens gesproken door een minderheid en wordt er nog onderwijs in het Deens gegeven.