Deze dun bevolkte gemeente ligt in één van de grootste skigebieden van Noorwegen. Het telt 72 km aan skipistes en deze liggen alle rondom één berg. Wij waren hier in de maand juni en dan is het skiseizoen natuurlijk al voorbij, maar de berg met zijn pistes overheerst het uitzicht aan de andere kant van de rivier. Deze rivier verdeelt de gemeente in het echte Trysil en het skidorp Trysilfjell. Wij bezochten enkel het echte Trysil of Innbygda. De witte kerk van Innbygda is ruim en ligt tegenover de brug over de Trysilelva.
Dit klein openluchtmuseum in het centrum van Trysil is slechts enkele weken per jaar open. Wij waren hier buiten deze periode maar konden toch naar binnen omdat men op het terrein aan het werken was. De huisjes waren wel niet toegankelijk dan. Trysil Bygdetun is een deel van het openluchtmuseum van Trysil dat zich op verschillende locaties bevindt. Het Støa kanaal hoort er ook bij, evenals Blokkodden villmarksmuseum.
Deze weg loopt tussen Elgå aan het Femundenmeer en de Zweedse grens. Wij vertrokken in Zweden aan de Sjöstugan bij het Grövelsjön meer en via Storsätern kwamen we aan de Noorse grens op deze weg 221. Net over de grens heet deze weg ook Valdalsfjellet. Het laatste deel van weg 221 heeft als naam Femundveien. De Valdalsfjellet loopt door een ruw landschap. De bodem is rotsachtig en er staan weinig bomen. De toppen van de bergen zijn kaal en zelfs in juni soms nog bedekt met sneeuw.
Aan het einde (of aan het begin) van weg 221 ligt de plaats Elgå aan het Femundenmeer, het derde grootste meer van Noorwegen. Het behoort tot de gemeente Engerdal en grenst aan het nationaal park Femundsmarka. Het meer ligt tussen bergen waar in juni nog sneeuw op de toppen lag. Op de oevers staan mooie huizen met een groen dak. In Elgå staat een witte kerk die dateert uit 1956. Vlakbij de kerk staat het enige café/restaurant van het dorp: Bryggeloftet met een mooi ruw houten interieur.
In dit gebied dat tot de gemeente Trysil behoort loopt een kudde van 11 wolven rond, een koppel dat in het voorjaar van 2017 een nest van 9 jongen kreeg. De dieren vertonen een abnormaal gedrag omdat ze tot dicht bij de huizen komen en blijkbaar geen schrik hebben van de mens. In de winter van 2016 werden verschillende wolven in Slettås gechipt, opdat hun gedrag beter zou kunnen verklaard worden. Ze werden vanuit een helikopter verdoofd en nadien uitvoerig bestudeerd en men bracht dan een chip in. Op de wolven mag niet gejaagd worden omdat het bevoegde ministerie geen gevaar voor de bevolking ziet. Ook staat de wolf op de lijst bedreigde diersoorten die met uitsterven bedreigd zijn. Toen men in september 2016 met toelating van de regering in Noorwegen 47 wolven afschoot kreeg men veel afkeuring van het Wereldnatuurfonds. In heel Noorwegen telt men nog geen 100 wolven. Nu worden er elk jaar 4 tot 6 nesten getolereerd om het aantal wolven onder controle te houden. In de winter van 2017 mochten er maximaal 26 geschoten worden in heel Noorwegen.
Ljørdalen is een klein plaatsje met 400 inwoners in de gemeente Trysil en grenst aan het Fulufjellet nasjonalpark. Dit park gaat aan de grens met Zweden over in het Nationalpark Fulufjället. Het plaatsje telt een bureau voor toerisme, een tankstation en een boetiek in hetzelfde gebouw maar was gesloten toen wij hier voorbijkwamen. Er staat hier ook een klein houten kerkje. Wij kwamen hier voorbij toen we van Sälen naar Grövelsjön Fjällstationen reden. Niettegenstaande we in Zweden vertrokken en in Zweden aankwamen was de kortste weg om via Noorwegen te rijden.