Hvaler is een scherenkust in de Oslofjord en bestaat uit 833 eilanden en scheren.
Deze idyllische eilandengroep ten zuiden van Fredrikstad staat in schril contrast met het vasteland: kale scheren, leuke dorpjes, zandstranden en havens. De meeste eilanden zijn met elkaar verbonden door bruggen of tunnels. De buitenste eilanden zijn enkel per boot te bereiken. Voor de tunnel naar Kirkeøy moet men betalen (50 NOK per auto).
Deze gezellige stad heeft diepe historische wortels. De oude binnenstadstad is de best bewaarde vestingstad van Noord-Europa en de eerste renaissancestad van Noorwegen. De oude binnenstad (gamlebyen) van Fredrikstad is één van de populairste attracties van Noorwegen en absoluut een bezoek waard. De stad werd gesticht door koning Frederik II in 1567 en werd gebouwd volgens het zogenaamde "oud-nationale vestingstelsel", met lage aarden wallen en een brede met water gevulde gracht.
Aan de monding van de Glomma ligt een schiereiland dat sinds de 13e eeuw is versterkt. De edelman Alv Erlingsson had een kasteel op Isegran, dat in 1287 werd verwoest door het leger van de koning. Zijn grondwerken zouden 400 jaar later de basis voor de stadsverdediging van Fredrikstad worden. Isegran was lang een basis voor scheepsbouw, nu worden er historische houten zeilboten gerestaureerd, in dezelfde werkplaatsen waar ze werden gebouwd.
Dit schiereiland hoort tot de gemeente Moss en ligt in de Oslofjord. Wij bezochten hier het Søndre Jeløy landskapsvernområde, een groot natuurgebied in het zuidelijk deel van Jeløy. Hier staat de oudste boerderij van Jeløy, Alby gård. Het werd in de 19e eeuw terug opgebouwd na een zware brand, vandaar zijn modern uiterlijk maar het stamt wel degelijk uit de Vikingtijd. Er is nu een galerij voor hedendaagse kunst in onder gebracht.
Dit kanaal werd in de periode 1850 – 1860 gebouwd, maar enkele sluizen werden later nog bijgebouwd. Het kanaal loopt van Skulerud tot Halden en diende vooral om hout te vervoeren tussen Skulerud en Tistedal. Het telt drie sluizencomplexen waaronder Brekke sluser. Na de Tweede Wereldoorlog werd het een toeristische trekpleister. Verschillende stoomboten maakten met toeristen uit Oslo de tocht van Tistedal naar Skulerud. Door de jaren heen hebben 25 stoomboten op dit kanaal gevaren.
De naam van deze plaats vindt zijn oorsprong in de naam van de rivier Tista en “dal” dat vallei betekent. Er waren hier al houtzagerijen in de jaren 1600. Tistedal had in de 20e eeuw de grootste houtzagerij van Noorwegen. In de jaren 1990 werd Tistedal nationaal bekend omdat er 4 brutale moorden plaatsvonden en het enige jaren duurde voor men de dader kon vatten. Tistedal ligt aan het Haldenkanaal . Aan dit Haldenkanaal is er een grote parking met infoborden over het Halden kanaal en zijn stoomboten.
Brekke sluser is een sluizencomplex van het Haldenkanaal. Het bestaat uit 4 na elkaar gelegen sluizen met een hoogteverschil van 27 m. Brekke sluser is de hoogst gelegen sluis van Noord-Europa. De sluizen liggen niet ver van Tistedal en op de weg ernaar toe kom je voorbij een waterval. Aan het sluizen systeem is er ook een waterkrachtcentrale gekoppeld. Via deze sluizen werd tot in 1982 hout vervoerd met schepen tussen Tistedal en Skulerud. Nu heeft het enkel nog een toeristische bestemming en is één van de hoogtepunten van een rondvaart op het Haldenkanaal.
Dit is het belangrijkste museum in de provincie Østfold. De naam komt van Borgarsysla, in het oud Noors de naam van Østfold. Het werd door enkele vrijwilligers opgericht in het begin van de 20e eeuw rond de ruïnes van de St. Nicholas kerk toen een eerste gebouw hier werd heropgebouwd. Later kwamen nog meer gebouwen uit de ganse provincie naar hier zodat er een mooi openlucht museum met 20 gebouwen ontstond.
Het oude landhuis of de boerderij Hafslund Hovedgård is een beschermd cultureel monument en ligt niet ver van het Borgarsyssel Museum. Het is één van de mooiste herenhuizen van Noorwegen. Het is nu in privé handen maar het park kan vrij bezocht worden. Het landhuis werd eind 18e eeuw gebouwd en is mooi gerestaureerd. Het ligt vlak naast weg 111, niet ver van de Glomma rivier. Hafslund kende een grote welvaart omdat het vlakbij de Sarpefossen waterval op de Glomma gelegen is.
Deze vesting ligt op twee kleine eilandjes in de Oslofjord, Nordre Kaholmen en Søndre Kaholmen. Deze eilandjes liggen dan nog net in het midden, op het smalste gedeelte van de fjord. De fjord is hier maar 1,5 km breed. Al in de 17e eeuw werd hier een vesting gebouwd. Op het einde van de 19e eeuw werd de vesting gevoelig uitgebreid zodat ze begin 20e eeuw de grootste Noorse verdedigingsvesting en het modernste fort van Europa was.
Deze kleine stad aan de Oslofjord was vroeger de winterhaven van Oslo.In strenge winters vroor de Oslofjord immers volledig dicht vanaf Drøbak tot Oslo. De grote zeilboten werden dan gelost in Drøbak en de goederen werden met paard en slee naar Oslo gevoerd. De ferryboten die vroeger over de fjord voeren liggen nu in de haven en dienen als drijvende restaurants. Nu neemt men de tunnel om naar de andere zijde van de fjord te gaan.
Deze picknickplaats langs een knooppunt van de E6 in Solberg werd in 2010 geopend en won meteen een prijs voor zijn mooie architectuur. De toren met zijn glazen gevels is 30 m hoog en is al van ver te zien. De oprit naar de toren is als een reis door de tijd. Afbeeldingen van de ijstijd tot nu zijn te bewonderen op de stalen panelen langs de oprit. De toren kan je bezichtigen, maar het uitzicht boven zou niet denderend zijn, er zijn enkel weiden en snelwegen te zien. De picknickplaatsen zijn ingericht in een tuin met vele infoborden.
De provinciale weg 110 in de regio Østfold wordt de Olstidsveien genoemd omdat langs deze weg zoveel grafheuvels en rotstekeningen uit de prehistorie te vinden zijn. Het is nu een snelweg van 22 km lang. We verlieten de E6 aan Solbergtårnet en namen deze weg richting Fredrikstad. De prehistorische monumenten uit de brons- en ijzertijd die we tegenkwamen staan hieronder beschreven.
Om deze rotstekeningen te zien moet je parkeren in een kleine straat evenwijdig aan de 110 gelegen. Na een wandeling van 1.5 km, eerst langs een akker en later door een bos kom je aan de rots met de prehistorische tekeningen. Je komt nog voorbij een ruïne van een hoeve uit de 19e eeuw. Ook aan deze hoeve liggen er rotstekeningen maar deze zijn bedekt met mos en zijn niet aangegeven. De prehistorische tekeningen staan allemaal op een grote langwerpige rots.
Er zijn in Hunn verschillende begraafplaatsen uit de prehistorie gevonden maar deze is het mooist. Dit grafveld is het meest spectaculaire langs de Oldtidsveien. Het is een groot terrein in een bos waar er graven uit de ijzertijd liggen. Niet alleen grafheuvels maar ook grote cirkels met aan de randen stenen. Archeologen zijn van mening dat die ringen oorspronkelijk uit 13 stenen bestonden. In het IJzer Tijdperk werden de doden gecremeerd. De resten werden in een put gelegd.
Een vesting in Halden uit de 17e eeuw, prachtig aan de Iddefjord gelegen. Het fort werd genoemd naar Fredrik III, koning van Denemarken en Noorwegen. Ook de stad Halden werd naar hem Fredrikshald genoemd en droeg deze naam tot in 1928. In 1658 kwam Bohuslän en zijn Bohus fort terug in Zweedse handen door het vredesverdrag van Roskilde. Noorwegen had geen fort meer in deze regio en ze begonnen met de bouw van Fredriksten in 1661 nadat de Zweden enkele malen geprobeerd hadden Halden te veroveren.
Deze stad aan de monding van de Tista in de Iddefjord bezochten wij te voet. Halden was al een haven in de 16e eeuw, er werd vooral hout getransporteerd. Wij bezochten eerst de vesting Fredriksten en daalden via de kronkelende kasseiweg af naar de stad. Wij kwamen zo in de Peder Colbjørnsens gata, midden in het oud stadscentrum. Via Torget bereikten we het plein aan het Storgata. Hier gingen we naar links en kwamen aan de jachthaven die midden in de stad ligt.
Iets buiten het centrum van Halden ligt het landhuis Rød Herregård. Het werd gebouwd in het begin van de 17e eeuw. Sinds 1750 is het altijd in het bezit geweest van de families Tank en Anker die rijk werden door houthandel en het gebouw nog uitbreidden. Het is één van de best bewaarde landhuizen van Noorwegen. Het was bijna avond toen wij Rød Herregård bezochten en het landhuis zelf was al gesloten. Het interieur moet de moeite zijn. Er is ook één van de grootste private wapenverzamelingen van Noorwegen te bewonderen. Wij wandelden dan maar in de tuin die wel geopend was.
Deze fjord tussen Bohuslän in Zweden en Halden in Noorwegen is een smalle waterweg tussen steile oevers. Hij vormt de grens tussen Zweden en Noorwegen. Hij begint aan het Singlefjord in het Skagerrak en loopt tot aan het dorp Berby. Wij volgden deze fjord op onze tocht naar Frederiksten in Halden, een burcht gelegen aan de Iddefjord.
Deze 700 m lange brug met een doorvaarhoogte van 55 m is de drukste grensovergang tussen Zweden en Noorwegen. Je moet tol betalen om er over te rijden. Een knappe brug maar jammer genoeg kan je nergens een foto nemen. Vanuit Halden is dit de kortste weg naar Strömstad en Göteborg. Deze tolbrug werd aangelegd als aanvulling op de Gamla Svinesundsbron op rijksweg 118 die hier 1 km vandaan ligt. Deze brug is 400 m lang en veel smaller en werd indertijd aangelegd ter vervanging van een veerboot. De nieuwe brug werd gefinancierd door leningen zodat tol moet betaald worden. Noorwegen spendeert geen belastinggeld aan zaken waar vooral buitenlanders gebruik van maken, hoewel veel Noren deze brug nemen om in Zweden te gaan winkelen. Vlak over de grens staan dan ook grote winkelcentra.