Skärhamn is de hoofdplaats van de gemeente Tjörn in het landschap Bohuslän.
Hier ontmoeten verleden en heden elkaar. Hedendaagse kunst en herinneringen aan de oude scheepvaart gaan er samen. Ook kan men er genieten van de pracht van de natuur, de zee en de rotsen. Hoog boven de huizen staat de lachende kerk.
Skärhamn heeft een vis-,handels- en jachthaven. Men kan er langs de jachthaven flaneren en de oude tweemaster “Athene” bekijken.
Rönnäng is een plaats op het eiland Tjörn in het landschap Bohuslän.
Het is de toegangspoort tot de zee en de eilanden rondom.
Rönnäng heeft de charme van een kleine gemeenschap met een restaurant, winkel en hotel.
Langs de Kyrkvägen loopt een wandelpad omhoog naar Tjörnehuvud. Eenmaal boven heeft men een spectaculair uitzicht op de zee, de Marstrandfjord, het Marstrand fort, en de eilanden Dyrön en Åstol.
Bohus-Malmön is een rotsachtig eiland in de gemeente Sotenäs in Bohuslän, 7 km lang en 4 km breed. Om er te geraken neem je de gratis ferry van Tullboden naar Malmön. De ferry vaart om het half uur het hele jaar door. Er is één hotel op het eiland, het Bohus Malmöns Pensionat. Er zijn een viertal restaurants. Wij aten fika (koffie met gebak) in Malmöns Brygga aan de pier bij de jachthaven. Er is één supermarktje (COOP) op Bohus-Malmön en ook een vis- en delicatessenwinkel.
Lyr of Lyrön is een eiland voor de kust van Orust, naast Mollösund. Het eiland heeft een oppervlakte van 857 hectare (8,57 km²) en telt ongeveer 160 inwoners het hele jaar door. De autoferry brengt je van Mollösund of Nössund op Orust naar Lyr. Lyr werd al in het stenen tijdperk bewoond. Hier bevinden zich grafheuvels uit de bronstijd. Aan de westkant van het eiland, in het huidige Brevik, lag in de 17e eeuw het vissersdorpje Lyreleje. Het werd later verlaten en vandaag de dag is er niets meer van over.
Stora en Lilla Askerön zijn bebouwde eilanden omringd door de Halsefjord en de Askeröfjord en gelegen tussen de gemeenten Orust, Tjörn en Stenungsund. Lilla Askerön behoort tot de gemeente Tjörn, terwijl Stora Askerön tot de gemeente Stenungsund behoort.
Lilla Askerön is een eiland dat behoort tot gemeente Tjörn in Bohuslän. Het ligt tussen Stora Askerön in het oosten, Orust in het westen en noorden en Tjörn in het zuiden.
Stora Askerön werd al lang bebouwd. Dit blijkt uit woonplaatsen uit het stenen tijdperk en schriftelijk bewijs uit de 14e eeuw. Het zuidelijke en centrale deel van Stora Askerön is zwaar bebouwd en heeft een agrarisch landschap. De bebouwing is een mengeling van huizen die het hele jaar bewoond zijn en vakantiehuizen. In het noorden, zuiden en westen is het landschap rotsachtig en begroeid met bos. Er is geen school of andere gemeentelijke dienst meer op het eiland. De kinderen van Stora Askerön gaan naar de basisschool op Tjörn. Hoger onderwijs wordt aangeboden in Stenungsund.
Stångehuvud is een natuurreservaat gelegen in de gemeente Lysekil. Hier heeft de Bohusgranietkust met zijn roze granietrotsen, zijn zuidelijkste uitloper op het vasteland, op het schiereiland Stångenäset. Het graniet werd ongeveer 920 miljoen jaren geleden gevormd. De rotsen werden gevormd door het smelten van de ijskap. In de tweede helft van de 19e eeuw werd bijna 50 jaar lang graniet gewonnen in delen van Stångehuvud.
Ten westen van Hunnebostrand bevindt zich het natuurreservaat Ramsvikslandet. Het wordt ook wel het koninkrijk van de rotsen genoemd. Het rode graniet wordt afgewisseld met andere rotsen
Men vindt er jättegrytor en andere sporen van de ijstijd, zoals gletsjersculpturen en ijsgroeven. Jättegrytor (reuzepotten) zijn een in een berg gevormde holte. Ze werden gevormd tijdens de ijstijd door stromend water dat samen met een steen, grind en kleinere stenen gedurende langere tijd roteert in een draaikolk.
Grebbestad Hamn is een gezellige haven met houten havenpromenade, met veel bars, restaurants en winkeltjes.
In een klein park aan de havenpromenade staat de houten skulptuur Malkolm. Deze werd in 1985 opgericht door kooplieden en bedrijven in Grebbestad.
Vanaf het midden van de 19e eeuw was het kuuroord één van de attracties die badgasten naar Grebbestad lokte met zijn handels-, zeevaart- en steenhouwersgemeenschap.De modder van het kuuroord zou goed zijn voor de gezondheid en de masseuses stonden bekend om hun stevige greep.
Dit natuurreservaat ligt 5 km ten noorden van Grebbestad, net ten zuiden van Havstenssund.
Van de E6 de weg 163 naar Grebbestad nemen. Daarna 4 km noordwaarts naar Havstenssund. Rij voorbij de camping nog 250 meter. De parkeerplaats ligt vlak bij het reservaat en via een brede grindweg bereikt men de zee. Open het hek bij de parkeerplaats en geniet van een wandeling in dit mooie reservaat.
Deze kleine en pittoreske plaats aan de mooie scherenkust van Bohuslän ligt iets ten noorden van Hunnebostrand. Rotstekeningen en grafvelden bewijzen dat hier al mensen leefden in het Stenen Tijdperk. De oudste tekst waarin Bovallstrand genoemd wordt dateert van 1585. De teksten laten zien dat het zouten en exporteren van haring hier plaats vond tijdens de grote haringperiode aan het einde van de 16e eeuw.
Saltö of het Zouteiland is het meest westelijke eiland van de Tjärno-archipel. Het ganse eiland en het omringende water vormt het Saltö natuurreservaat, alles samen een 400 ha. Wij kwamen van Strömstad via weg 176 en namen de afslag naar Daftö, het eerste eiland in de archipel. Op Daftö bevindt zich het pretpark Daftöland. Van hier reden we via kleine bruggen die de verschillende eilanden verbinden naar Öddö, Tjärnö en Saltö.
Telkens we van de kustplaatsen in Bohuslän terug naar ons vakantiehuis in Dalsland reden, kwamen we voorbij een grote papierfabriek in deze gemeente, de Arctic Papper Munkedals.
Deze papierfabriek werd opgericht in 1871 en zou één van de mooist gelegen fabrieken ter wereld zijn.
Käringön is een autovrij eiland dat voor het grootste deel uit rotsen bestaat.
Het is te bereiken met de veerboot vanuit Hälleviksstrand.
Letterlijk betekent “Käringön”: “oudewijveneiland”.
In de haven staat ook een groot beeld van een “käring” = oud wijf.
Het eiland werd al bewoond in de 16e eeuw.
Hamburgsund is een klein plaatsje aan de kust met amper 800 inwoners, dat vroeger leefde van de visvangst, de scheepvaart en steenhouwerij. Vandaag is vooral het toerisme belangrijk voor dit dorp. De naam heeft niets te maken met de Duitse stad Hamburg. Er is een kleine jachthaven, een vissershaven en enkele winkels waaronder een ICA supermarkt. Het bureau voor toerisme is gelegen iets voorbij de haven aan de aanlegsteiger voor de boot naar Fjällbacka.
Een klein maar mooi plaatsje aan de westkust. Sinds eeuwen wordt hier op kreeft gevist. De vangmethoden, de nodige gereedschappen en de manier van koken wordt hier mondeling van generatie op generatie doorgegeven. Er zijn hier dan ook verschillende viswinkels, kreeftenkroegen en restaurants. Hunnebostrand is een leuke plaats met nauwe straatjes. Aan de haven dronken we koffie op een terras dat boven het water gebouwd was. Het bureau voor toerisme is eveneens aan de haven gelegen.
Het museum is vlakbij de beroemde rotstekeningen gebouwd.
Er zijn hier vele rotstekeningen te zien in deze streek maar de meeste zijn te vinden in Tanum.
De rotstekeningen in Vitlycke zijn Unesco werelderfgoed en zijn de bekendste van alle rotstekeningen in Zweden. Alle jaren komen hier meer dan honderdduizend toeristen deze tekeningen bewonderen.
De reservaten Bracke en Kuröd zijn gelegen vlakbij een industriezone buiten het centrum van Uddevalla. Hier vind je de grootste schelpenbanken ter wereld. Deze grote ophopingen van schelpen ontstonden 11.000 jaar geleden toen het ijs begon te smelten. Er wordt geschat dat de huidige schelpenbanken nog slechts een tiende zijn van de oorspronkelijke banken. In de loop der tijden is er veel verbruikt voor de kalkwinning, pluimveevoeders of als bouwmateriaal.
De promenade is een verkeersvrij wandel- en fietspad. Het maakt deel uit van een lange wandeling van 9 km die vertrekt aan de schelpenbank en doorloopt tot in Lindesnäs.
Wij parkeerden onze wagen in Skeppsviken op een grote parking aan het begin van de promenade die we bereikten door een zijstraat van de Göteborgsvägen te nemen. Hier is ook een groot strand.
Uddevalla, de stad die al eeuwen bestaat, werd in 1806 op enkele huizen na totaal verwoest door een grote brand. In de stad, die jarenlang leefde van de haringvangst, zelf hebben we niet gewandeld. We gaven de voorkeur aan een boottocht om zo de stad en omgeving eens van een andere kant te zien. De schepen vertrekken aan het bureau voor toerisme aan de Södra Hamnen waar ook een grote parking is. Deze schepen die een respectabele leeftijd hebben, de oudste is meer dan 100 jaar oud, hebben elk een aparte route.
Een dorp dat nu beschouwd wordt als een deel van Smögen, maar vroeger een aparte entiteit was. In de 17e eeuw vestigden zich hier enkele vissers. Ze leefden van visvangst, maar bewerkten ook het land. In de 18e eeuw werden nog enkele huizen en boothuizen bijgebouwd. Later werden op de rotsen meer residentiële woningen gebouwd. Je bereikt Hasselösund door na de Smögenbrug direct rechts af te slaan en de Sälebådsvägen te nemen tot in het centrum van Hasselösund.
Net zoals Fiskebäckskil is Grundsund gelegen op het eiland Skaftö.
Dit kleine dorpje met slechts enkele honderden inwoners ligt net onder Lysekil. Het is een typisch Bohuslän vissersdorpje, met in het midden een zeestraat die de fjord in het noorden verbindt met de fjord in het zuiden. Deze zeestraat loopt als een ruggengraat door het dorp. Langs deze zeestraat staan pakhuizen en boothuizen. De woonhuizen staan verder van het water en zijn allemaal klein en sober.
Klein dorpje op het eiland Tjorn. Aan de Färjevägen is een grote parking.
De weg eindigt op de Kyrkesund, een smalle waterstraat die Kyrkesund en het autovrije Härön scheidt. Je kunt hier overzetten naar het eiland Härön. Dit kleine eiland telt amper 60 inwoners. Alle huizen liggen aan de oostkant van het eiland. De rest van het eiland is een natuurreservaat.
Kungshamn is de hoofdplaats van de gemeente Sotenäs waartoe ook de plaatsen Smögen en Hovenäset behoren. Kungshamn heeft een lange geschiedenis, in het Vikingtijdperk heette het Kongshamn (haven van de koning). Wij parkeerden aan de haven vanwaar je een zicht hebt op de Smögenbro (brug naar Smögen). Hier kan je de overtocht naar Hållö maken met een schip van 14 m lang, met een romp die opgevuld is met schuim zodat hij onzinkbaar is.
Deze stad was in de 12e eeuw de hoofdstad van Noorwegen onder Sigurd I van Noorwegen. Na de Vrede van Roskilde werd het in de 17e eeuw terug Zweeds grondgebied. Het 700 jaar oude Bohus fästning is Scandinavisch erfgoed. In dit fort trouwde in de 14e eeuw koningin Blanche met koning Magnus Eriksson. Deze burcht werd 14 maal belegerd zowel door Deense, Noorse als Zweedse troepen maar werd nooit veroverd.
Hovenäset is een klein vissersdorpje vlakbij Kungshamn. Het is prachtig gelegen aan een baai van het Skagerrak naast rijksweg 171. Deze baai loopt nog door in het binnenland. Wij parkeerden net voorbij de brug die over de baai is aangelegd. De plaats wordt omringd door hoge rotsen. Rond de haven staan vele rode boothuizen. De witte woonhuizen liggen in smalle straatjes tussen de rotsen. Er wonen hier maar 200 mensen dus rustig is het zeker. Hovenäset is minder bekend dan Kungshamn of Smögen maar zeker niet minder pittoresk.
Göteborg is na Stockholm de tweede grootste stad van Zweden, maar heeft wel de grootste haven. De universiteit van Göteborg is de grootste van heel Scandinavië. De stad is in de 17e eeuw gesticht door koning Gustav II Adolf en daarbij kreeg hij de steun van Nederlanders om de stad te organiseren en te bouwen. Wij parkeerden onze auto in de parking van Nordstan. Nordstan is een enorm winkelcentrum, het grootste overdekte shopping center van heel Scandinavië.
Dit landgoed ligt op Tjörn en dateert uit de 14e eeuw. Het landgoed is vooral bekend omdat het in de 16e eeuw bewoond werd door Margaret Huitfeldt. Zij had drie kinderen die echter op jonge leeftijd stierven. Na haar dood liet zij het landgoed (27 boerderijen) over aan een stichting die er een grote school mee oprichte, de tweede grootste school toen in Zweden. In 2003 kocht Tjörn het landgoed en sinds 2006 is het ganse domein toegankelijk voor het publiek.
Een klein vissersdorpje lag aan de basis van deze stad dicht bij de Noorse grens. Er is een haven van waaruit boten vertrekken naar Sandefjord in Noorwegen, naar de Oslofjord en naar de Kostereilanden. Strömstad is vooral bekend om de massa Noren die de boot naar hier nemen om hier alcohol te kopen vermits in Noorwegen de taksen op alcohol nog hoger zijn dan in Zweden.
Nordkoster en Sydkoster zijn de twee grootste eilanden in de Koster archipel en de meest westelijke, bewoonde eilanden van Zweden. Het grootste deel van beide eilanden is natuurreservaat. In deze archipel ligt ook het eiland Ursholmen waarop de meest westelijke vuurtoren van Zweden staat. De oom van de troubadour Evert Taube was hier een tijdje vuurtorenwachter. De Kostereilanden zijn vrijwel autovrij, hier moet je wandelen of fietsen. Vanuit Strömstad vertrekt er elk uur een veerboot naar de Kostereilanden.
Een schilderachtig dorpje in de gemeente Tanum, met slechts enkele honderden inwoners. Vroeger waren hier de visserij en de scheepvaart van belang, maar nu zorgt vooral het toerisme voor welvaart. De actrice Ingrid Bergman bracht hier vele zomers door, ze woonde op een eiland in de archipel rond Fjällbacka toen ze in Zweden woonde. Toen ze in 1982 stierf werd haar as verstrooid in de zee rond Fjällbacka en werd een standbeeld voor haar opgericht op de Ingrid Bergman Torg.
Marstrand is de kleinste stad van Bohuslän, maar daarom niet onbelangrijk.
Het werd gesticht in de 13e eeuw door de Noorse koning en kwam in de 16e eeuw in Zweedse handen.
In de zomer is het een populaire bestemming voor watersporters.
Marstrand ligt gedeeltelijk op het vasteland en gedeeltelijk op het eiland Marstrandsön. Op het vasteland is niets te zien, dus kun je beter meteen naar het eiland gaan, dat is het interessantst. Het is te bereiken via een veerpont vanuit Tjuvkil op Koön.
Smögen is een van de meest populaire toeristische bestemmingen van Bohuslän. Het is een eiland voor de westkust dat met een brug, de Smögenbron, met Kungshamn is verbonden. Vlak voor je de brug oprijdt is er rechts,aan de Storgatan, een parking bij de rotsen. Vanaf hier heb je een mooi uitzicht over de zee en het eiland. Er is hier ook een picknickplaats en een houten trap die naar de zee leidt. Wanneer je de trap afdaalt kom je onderweg nog verschillende terrasjes tegen met picknicktafels.
Een vissersdorpje op een klein eiland voor de kust van Tjörn met een houten kerk uit 1797. Het is door een brug met Tjörn verbonden. Eigenlijk zijn het twee eilanden: Klädesholmen en Koholmen. Hier heerst een actieve haringconservenindustrie. Men begon hiermee in de 19e eeuw, de mannen visten en de vrouwen maakten conserven met de gezouten en gekruide haring. De mannen verkochten die dan langs de ganse westkust. Nu wordt er niet meer gevist, de haring wordt van elders aangevoerd.
Om dit dorp te bereiken neem je de gratis veerboot in Morlanda, bij Ellös. Je steekt de fjord over naar Malö, dan rij je via een brugje naar Flatön en tenslotte neem je nog eens een eveneens gratis veerboot naar Dragsmark.
Dit vissersdorpje op Skaftö is een mooi dorpje. Mooie huizen, kleine hellende straatjes met kasseien en aanlegplaatsen voor boten. De huizen zijn hier meestal wit of geel. De welvaart in Fiskebäckskil was vooral afhankelijk van de vangst van haring.
Orust is het derde grootste eiland van Zweden, het grootste aan de westkust en heeft een oppervlakte van 350 km2.
Het is met de auto te bereiken via de Skåpesundbrug vanuit Tjörn of via de Vindöbrug vanuit het noorden. Direct nadat je Orust bent opgereden via de Vindöbrug is er een grote parking met picknickplaats. Hier heb je een prachtig uitzicht over de archipel. Je kunt ook de veerboot nemen in Kolhättan op het vasteland.
Plaats aan de noordzijde van het eiland Orust.
Vroeger een klein vissersplaatsje nu de grootste industriële plaats op Orust met 1000 inwoners.
Hier is de bekende Hallberg-Rassy’s scheepswerf, de grootste scheepswerf voor plezierjachten en één van de grootste firma’s op Orust.
In Morlanda bij Ellös kun je de veerboot nemen naar het eiland Gullholmen.
Dit eiland voor de kust van Orust is één van de oudste vissersdorpen van Zweedse westkust. Hier ontstond de eerste visconservenfabriek. Eigenlijk bestaat het uit twee eilanden: Gullholmen (het kleinste) en Stora Härmanö (het grootste).
Parkeren doe je in Tuvesvik in Ellös. De parkeerplaatsen voor inwoners en eigenaars van een vakantiehuis liggen tussen de rotsen, het dichts bij de aanlegsteiger. Bezoekers moeten enkele honderden meters verder parkeren en betalen kan enkel met betaalkaarten.
Klein oud vissersdorpje op Orust, waarvan de geschiedenis teruggaat tot de 16e eeuw.
Vroeger werd hier vooral haring gevangen, later ook kabeljauw en makreel. Je kunt hier de stokvis zien te drogen hangen.
In de winter wonen hier maar een 300-tal mensen, in de zomer is het hier veel drukker.
Aan de haven staan pittoreske vissershuisjes en enkele restaurants.
Langs de hoofdstraat staan schilderachtige 18e eeuwse huizen.
Een klein vissersdorpje op het eiland Orust met 300 inwoners. In het begin van de 19e eeuw werden hier huizen met een glazen veranda en mooi houtwerk gebouwd. Aan de kust staan de typische rode en gele boothuizen. Iets buiten het centrum staat een in het oog springende rode houten kerk. Wij zijn hier verschillende keren geweest maar de kerk was altijd gesloten. Vanuit Hälleviksstrand kan je de veerboot naar Käringön nemen. Er zijn hier veel parkeerplaatsen, maar de meeste zijn voor mensen met een woning op Käringön.
Een eiland voor de kust van Orust dat eigenlijk uit drie eilanden bestaat: Flatön, Ängön en Malön. Het is te bereiken met een veerpont vanuit het zuiden via Malön (Fröjdendal) en vanuit het noorden via Ängön (Dragsmark-Fruvik ). Op Flatön is maar één straat, deze loopt van veerpont naar veerpont. De veerboten zijn gratis en varen om het halfuur. Vanaf Ellös op Orust wordt Flatön met wegwijzers aangeduid.
Dit is met zijn 2000 inwoners de drukste plaats op Orust. Henån kwam tot ontwikkeling in de 19e eeuw toen er verschillende bedrijven zich hier ontwikkelden. Een stoomboot zorgde voor verbindingen met de andere eilanden. Nu is hier het commerciële centrum van Orust gevestigd. Wij kwamen hier om inkopen te doen in de supermarkten.
Als je vanuit het zuiden naar Henån rijdt, is er aan de linkerkant van de weg een parking met picknickplaats en WC.
Piepklein vissersdorpje met een piepklein haventje. Het ligt aan een rotsachtige kreek. Rond de haven zijn er oude boothuizen. Wij zijn hier geweest omdat we er iets over gelezen hadden, maar eigenlijk is hier niet veel te zien.
Hier werd in 1938 de eerste brug tussen Tjorn en Orust gebouwd, in 1981 werd de huidige brug ernaast aangelegd. Iets voorbij de brug is een picknickplaats met een mooi uitzicht. Toen wij een vakantiehuis huurden op Orust hebben wij hier meer dan eens gepicknickt wanneer wij van een daguitstap terugkeerden.
Deze stad aan de zee ligt tegenover het eiland Skaftö. Aan drie zijden wordt deze stad door water omgeven. De west- en noordzijde liggen aan het Skagerak en de zuidzijde aan de Gullmarsfjord, de enige echte fjord van Zweden. Hier wonen ongeveer 8.000 mensen en het is hier dan ook redelijk druk. De visindustrie is hier heel belangrijk. Een typisch product van hier is de Lysekil kaviaar, een speciale kaviaar met o.a. dille. Het bekendste merk is Kalles kaviaar.
Ten noorden van Lysekil ligt Brastad waar interessante prehistorische rotstekeningen te zien zijn. Vanuit Lysekil neem je de 162 tot in Brastad, dan sla je de Backavägen in. De bekendste tekening is een 1.5 m hoge mannenfiguur met een opgeheven bijl, genaamd “de schoenmaker”. Toen wij er waren was er net een camera ploeg van SVT1 aan het filmen. De tekeningen hier zijn 3000 jaar geleden door mensen aangebracht. Er zijn afbeeldingen van schepen, menselijke figuren, zonnen en andere motieven. Waarom "de schoenmaker" zo heet is niet duidelijk.
Dit is een speciale dierentuin in Åby Säteri, die zich vooral toelegt op bedreigde diersoorten. Het is prachtig gelegen aan de Åby fjord, 20 km ten NO van Smögen, langs weg 171, op een oud landgoed uit de 17e eeuw. Nordens Ark is een privé non-profit organisatie die zich tot doel stelt bedreigde diersoorten terug een toekomst te geven. Op een oppervlakte van bijna 400 hectaren volg je een wandelpad van meer dan 3 km. Er zijn meer dan 80 diersoorten zowel zoogdieren als vogels. Niet alle dieren zijn altijd goed te zien, omdat ze in een groot omheind gebied verblijven, maar de wandeling door het domein alleen is al de moeite.