In het midden van Dalsland ligt, boven op de Majberget, het openluchtmuseum Gammelgården Bengtsfors. Het is het grootste openluchtmuseum van West Zweden. Wij kwamen hier al vroeg in de morgen toe en het museum was nog niet open. In afwachting van de opening liepen wij al wat tussen de huisjes. Wij waren hier niet alleen want er wandelden nog twee mensen rond. Na een tijdje spraken ze ons aan met de vraag of wij ook Belgen waren omdat ze een auto met Belgische nummerplaat op de parking hadden zien staan.
Deze mensen waren al enkele weken onderweg en waren nu op de terugweg naar huis.
We hebben reiservaringen, interessante plekken en anekdotes uitgewisseld tot het museum openging. Na het betalen van de inkomprijs hadden we toegang tot alle huizen en dat was zeker de moeite. Er staan hier een 20-tal huizen uit de 18e en 19e eeuw. Vlakbij de ingang staat het landhuis, gebouwd in de 18e eeuw maar in de 19e eeuw uitgebreid met een verdieping. Op deze verdieping zijn drie grote kamers en een balzaal. Beneden is er een kleine kamer in de hal en twee grote kamers aan elke zijde. Het huis is volledig bemeubeld en ingericht. In het begin van de jaren 1800 was dit huis de woonplaats van een senator. Vlakbij staat een voorraadschuur op 4 houten palen uit de 19e eeuw. De trap is gemaakt van molenstenen. Enkel de drie zijden die zichtbaar waren van de straat waren geschilderd, want verf was een luxe! Er is een Noorse blokhut met een zadeldak en twee verdiepingen. Er staat een eenvoudig soldatenhuisje uit het midden van de jaren 1800, met in de woonkamer een stapelbed dat nog 50 jaren ouder is. Het huisje werd bewoond tot 1930. In het Presshuset werden strohoeden gemaakt. Dit gebeurde met verwarmde mallen van speksteen. Het proces wordt uitvoerig beschreven in het huisje. Het huis Matboden staat eveneens op houten palen, als bescherming tegen muizen en ratten, en heeft een bel die de mensen moest verwittigen als het eten klaar was. De Ryggåsstugan is een oud huisje zonder vloer (aarde) en zonder plafond. In de plaats waar het weefgetouw staat is er een gebrandschilderd raam dat waarschijnlijk uit een kerk komt. Boven de haard is er een kleine ruimte die van binnenin kon gesloten worden. Hier kon iemand, die op de vlucht voor de politie was zich verstoppen. Dit kleine donkere huisje was nog bewoond tot in 1927. De watermolen stamt uit 1830 en werd gedurende 100 jaren gebruikt. De Mjölnarstuga is één van de weinige huisjes met een slaapkamer. In de Bråtskjulet werd vlas gebroken. Tegen de bergwand is de smidse gebouwd. In een dergelijke smederij werd er gemiddeld 12 uur per dag gewerkt. Per week moest er door een smid 11.000 nagels van 3 duim of 12.000 nagels van 4 duim gemaakt worden. Tegen 1880 was deze nijverheid verdwenen. Het kleine eenvoudige huisje van Maja Lena staat iets apart tussen de bomen. Ze woonde hierin tot in 1958. Ze naaide tot 100 hoeden per dag.
Normaal is de Bedarummet gesloten voor het publiek. Je kunt er enkel naar binnen met de curator van het museum. Omdat wij met vier geïnteresseerden waren leidde ze ons naar binnen. Het is een reconstructie van het atelier van strokunstenares Beda Aronsson. Enkel met stro maakte ze gedetailleerde sculpturen van alledaagse taferelen. Prachtige werken die zelfs tot in het buitenland bewondering uitlokten. Ze bleef kunstwerken met stro maken tot ze 90 jaar oud was.
Verder is er nog een grote schuur waar je iets kan drinken, een podium en een dansvloer. Na het bezoek van het museum werden we door onze sympathieke landgenoten uitgenodigd voor een aperitief in hun mobilhome. Goede Porto, smakelijke aperitiefhapjes en grappige reisanekdotes zorgden voor een aangename sfeer.