Wij parkeerden onze wagen in de ondergrondse parking aan het Château Ducal. Dit kasteel werd in de 11e eeuw door Willem de Veroveraar (Guillaume le Conquérant) gebouwd als residentieel paleis, één van de grootste versterkte gebouwen in Europa en is nu een cultureel centrum. De noordelijke muur is gerestaureerd en toegankelijk, vanaf hier heeft men een uitzicht over de stad en het kasteel. Open: alle dagen, gratis toegang. Le Musée de Normandie is gevestigd in het Château Ducal en geeft de geschiedenis weer van de bevolking in Normandie, vanaf het begin tot het heden, zowel archeologisch als etnologisch.
Vanaf hier wandelden we naar l’Abbaye aux Dames via de Rue des Chanoines. Dit voormalig klooster met bijhorende kerk, l’Eglise de la Trinité, is thans een hospitaal.
De abdijkerk is volledig romaans. In het koor bevindt zich de graftombe van koningin Mathilde. Er is ook een crypte met gebeeldhouwde kapitelen. Open: alle dagen, gratis toegang.We wandelden terug naar het Château Ducal. Hier rechtover ligt de Eglise St-Pierre. Deze kerk werd in verschillende stijlen gebouwd van de 13e tot de 16e eeuw: hoog- en laatgotiek en ook renaissance. De klokkentoren is 80 m hoog en dateert uit de 14e eeuw.
We namen dan de Rue St-Pierre, een verkeersvrije winkelstraat. Op de hoek is het bureau voor toerisme, gevestigd in het Hôtel d’Escoville. Een sobere gevel aan de straatkant, maar een mooie binnenplaats in Italiaanse renaissancestijl. Na enkele honderden meters ligt aan de rechterkant een kerk aan de Rue Froide: L’Eglise Notre-Dame-de-Froide-Rue. Van de oorspronkelijke kerk uit de 8e eeuw blijft niets over. De kerk zoals ze er nu staat dateert uit de 14e en 15e eeuw. Ze wordt ook Saint-Sauveur genoemd. Deze kerk is één van de weinige kerken met een dubbel schip in Frankrijk. De kerk is niet west-oost maar noord-zuid gericht, daarom is er één schip naar het westen en één naar het oosten. Er zijn veel gebrandschilderde ramen en een unieke sfeer. Het kerkportaal heeft een prachtige poort uit de 15e eeuw en als eigenaardigheid een wenteltrap die doodloopt.
Via de Rue Froide kom je aan de Place St-Sauveur. Hier staat l’Eglise du Vieux Saint Saveur: de oudste delen dateren uit de 11e en 12e eeuw. De kerk is in de 16e eeuw ook graanschuur en boterhal geweest. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd ze zwaar beschadigd en nadien gerestaureerd. Wanneer je de weg verder volgt, kom je voorbij het Palais de Justice en daarna aan l’Abbaye aux Hommes: een voormalige abdij met bijhorende kerk, l’Eglise St-Etienne. Hier is nu het stadhuis in gevestigd. Er zijn verscheidene zalen met 17e eeuwse schilderijen en fraaie houten betimmeringen. De kerk met twee smalle hoge torens heeft een immens romaans schip. Het koor is het oudste gotische koor in Normandië. Vóór het altaar geeft een steen de plaats aan waar nog het dijbeen van Willem de Veroveraar ligt. Tijdens WO II bleef de kerk, evenals de Trinité gespaard. De inwoners hadden een wit doek met een rood kruis op het dak gespannen: het teken van een hospitaal. Zondag gratis toegang. Vanuit de tuin vóór l’Abbaye aux Hommes zie je l’Eglise Saint-Etienne-le-Vieux (le vieux omdat ze 100 jaar eerder gebouwd is dan de andere l’Eglise Saint-Etienne), gelegen langs de vroegere stadsmuren. Ze werd gebouwd in de 10e eeuw, werd gedurende de 100-jarige oorlog zwaar beschadigd en werd terug opgebouwd gedurende de Engelse bezetting (de toren dateert uit die tijd). Tijdens WO II werd ze geraakt door een Duitse obus en is sindsdien een ruïne en enkel nog van buiten te bekijken. We wandelden langs de Rue Saint-Pierre terug naar onze auto.