Mandø is het kleinste bewoonde waddeneiland van Denemarken en ligt tussen Rømø en Fanø. In tegenstelling tot die beide is er geen brug of ferry naar dit eiland. Dit kleine eiland is enkel te bereiken via een opgehoogde aarden weg van 4 km lang, de Låningsvejen. Deze weg kan je op eigen risico gebruiken van enkele uren vóór laagwater tot enkele uren daarna, maar zeker niet bij hoogwater of stormweer. Er staan verkeersborden om je op het gevaar te wijzen.
Eigenlijk gebruiken alleen de 62 bewoners van het eiland deze weg. Bezoekers gaan best met de Mandøbus (een postbus) naar het eiland. Deze bus rijdt via de Ebbevej en vervoert behalve passagiers ook vrachten en fietsen.
De bus met hoge wielen wordt getrokken door een tractor en rijdt bij laag water enkele keren per week van het Waddencentrum in Vester Vedsted (bij Ribe) naar Mandø, er wordt enkel gestopt bij de Mandø Kro.
In de zomer rijdt de bus dagelijks. Tickets zijn te verkrijgen in het bureau voor toersime in Ribe. De vertrektijden hangen af van het getij, omdat het eiland bij vloed onbereikbaar is. De bus rijdt door het wad en volgt een met hoge palen aangegeven weg, de oude Ebbevej (weg bij eb). De rit door het wad is al een belevenis op zich en van op de bus heb je een uitzicht op het waddengebied.
Na een half uurtje ben je op Mandø. Het heidelandschap en de weiden waar schapen grazen zijn een paradijs voor vogels, waar dit eiland om gekend is. Buiten de kerk, een natuurcentrum, een museum, een winkel en een café staan er maar enkele huizen. Een dokter van het vasteland komt hier een paar keer per week spreekuur houden. Hier is het zeer rustig en een paradijs voor natuurliefhebbers. Er zijn volop mogelijkheden om te wandelen en te fietsen. Je moet alleen zorgen dat je op tijd terug bent voor de Mandøbus. Wil je langer blijven dan zijn er overnachtingsmogelijkheden in de kro en op de camping. Er zijn ook enkele vakantiehuisjes.