Dit is een horizontale mijnschacht in de buurt van Filipstad. In de flank van een berg werd een verbinding gemaakt tussen de mijnschachten van de Krakbomijn, waar ijzererts werd gewonnen, en de haven die hier vlak voor de Tilas stoll was aangelegd. De schacht zelf is 26 m lang en komt uit op een ruimte waar de verbinding gemaakt werd met de verticale mijnschacht. Het transport werd hierdoor veel gemakkelijker. Vanaf de helft van de 19e eeuw liep hier ook een spoorlijn tot voor de ingang. De verbinding kreeg de naam van de edelman en mijneigenaar Daniel Tilas.
Het is een kleine wandeling vanaf de parking van het natuurreservaat Högbergsfältet. Op de weiden waar nu schapen grazen kom je voorbij de ruïne van een huis met twee verdiepingen waar de mijnwerkers gehuisvest waren. In dit gebouw stond ook een stoommachine die energie leverde voor de Torsebäck mijn. Nadat de mijn werd gesloten in 1906 werd dit gebouw nog gebruikt als armenhuis. Hier kan je stapels afval zien liggen, afkomstig van het met een zeef manueel sorteren van erts. De zeef werd met water gewassen zodat het erts erin achterbleef. Deze methode werd enkel gebruikt voor de kleine stukjes erts.
Even verderop stond een gebouw waar het ijzererts gescheiden werd van de overige steenmassa, eerst met voorhamers en later machinaal, en omgezet werd in ruwijzer zodat het klaar was voor transport. Een grote stapel stenen is hier nog de getuige van.
Voor de mijnschacht staat de Tilas Troll, hier laten kinderen hun fopspeen achter. Het is een mooie wandeling.
De Tilas stoll is een uniek overblijfsel uit de rijke Zweedse mijnbouwgeschiedenis. Het lopen in deze mijnschacht geeft een idee over het harde leven van de mijnwerkers. De Tilas stoll heeft ook een historische betekenis, hier vond in 1869 de allereerste industriële staking van Zweden plaats.