Dit koninklijk zomerpaleis, dichtbij Trosa en op een uurtje rijden van Stockholm, is een zomerresidentie sinds 1770. Tullgarns Slott wordt vooral geassocieerd met koning Gustav V en koningin Victoria, die hier de meeste zomers doorbrachten tussen eind jaren 1800 en begin jaren 1900. Een bezoek is zeker de moeite, de interieurs behoren tot de mooiste van Zweden. Het kasteel ligt aan het water en heeft een eigen aanlegkade en badhuis. De gevel is een combinatie van rococo, Gustaviaanse en Victoriaanse stijl. Het kasteel werd gebouwd in het begin van de 17e eeuw en in 1770 gekocht door de Zweedse staat als woning voor Hertog Fredrik Adolf , de jongere broer van Gustav III.
Fredrik Adolf deed grote verbouwingen, zoals vleugels bijbouwen en het dak vernieuwen. Het interieur veranderde. Hij liet verschillende kunstenaars en ontwerpers het kasteel inrichten in neoklassieke stijl. Koning Gustav V en koningin Victoria lieten in 1881 eveneens grote veranderingen aanbrengen. Het hoofdgebouw werd dan meer een functioneel zomer huis dan een koninklijk paleis. Nadien werden er nog veranderingen aangebracht. Nu zijn er in het paleis interieurs uit verschillende tijdperken en persoonlijke stijlen, zoals de ontbijtzaal in Zuid-Duitse renaissance stijl uit 1890 (koningin Victoria was afkomstig uit Baden), de vestibule, met muren die bedekt zijn met handgeschilderde Nederlandse tegels en de rokerskamer van Gustav V, die sinds zijn dood in 1950 onaangeroerd is gebleven. Nog steeds wordt Tullgarns Slott door de koninklijke familie gebruikt als zomerresidentie en hoewel er nog steeds een appartement te hunner beschikking staat, verkiezen ze om ’s avonds terug naar Stockholm te rijden. Elk jaar wordt de ontbijtzaal nog door de huidige koning gebruikt. Bezoek van het kasteel kan enkel met een gids in de maanden juni-juli-augustus. Rond het kasteel is er een groot park met ook hier invloeden uit verschillende perioden. Kroonprins Oscar en zijn vrouw Josephina, die hier ook lange tijd woonden, lieten stallen, ruiterverblijven en een oranjerie bouwen. Zij waren ook geïnteresseerd in tuinbouw. Er was zo’n grote productie van tuinbouwproducten dat een deel ervan kon verkocht worden.Onder Gustav V werden veel coniferen aangeplant. Er is ook nog een Engelse tuin en een biologische waterzuiveringsinstallatie. Wandel je van het kasteel de lange laan af dan kom je aan de orangerie, waar een café en shop is. Het Tullgarns Värdhus is nu een restaurant. In de vroegere paardenstallen is ook een café: in elke paardenbox staat een tafel met 2 banken om iets te drinken of te eten. Heel origineel.