FalunHet was erg regenachtig toen we die morgen vertrokken voor een tocht van 85 km naar Falun. De ganse trip hadden we regen en deze werd nog erger naarmate we dichter bij Falun kwamen. Falun is vooral bekend voor zijn immense put midden in de stad, deze staat op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Al in de negende eeuw werd hier koper gedolven in de mijnen van de Kopparberget. In de 17e eeuw was deze mijn de grootste industrie in Zweden. Er werden zo’n 80 km gangen gegraven in de mijn om het koper boven te halen.

Dit koper kende veel toepassingen en werd uitgevoerd over heel Europa. Bijvoorbeeld: het dak van het paleis van Versailles is bekleed met Falunkoper.
Op 25 juni 1687 gebeurde hier een grote ramp. De ganse mijn stortte met groot lawaai in en liet een groot  gat in de grond na. Gelukkig vielen er geen slachtoffers omdat die dag niemand aan het werk was (midzomer). In de gietende regen stonden wij aan de rand van die put. Het is inderdaad een indrukwekkende put, waar je hier en daar nog resten van mijnschachten kan herkennen.
Enkele gebouwen staan vlakbij de rand van deze put, zoals enkele hutten en het Mijnmuseum. Door het slechte weer vluchtten wij het museum binnen. Dit museum toont de geschiedenis van de mijnbouw in Falun. Uit het rode oxide dat in de mijn gewonnen werd maakte men de typische rode kleur waarin zoveel Zweedse huizen geschilderd zijn, Falun rötfärg. Na de instorting van de mijn ging de welvaart van Falun achteruit, maar de mijn bleef nog open tot in 1992. De afdaling in de mijn hebben we niet gedaan. Je moet aangepaste kledij en schoeisel dragen en met dit slechte weer hadden we geen zin om in de modder te gaan ploeteren. Er is in Falun nog veel te zien, maar dit zal voor een andere keer zijn als het beter weer is.

Falun

Falun

Falun

Falun