Blankenburg was ooit de grootste stad van de oostelijke Harz en had een druk handelsverkeer. Het oude stadscentrum ligt tegen de Schlossberg aan. In dit centrum staan nog veel vakwerkhuizen. Naarmate de stad meer een kuuroord werd en er veel welvarende inwoners kwamen, werden er mooie villa’s in renaissance en barokstijl binnen de stadsmuren gebouwd. Vlak na de tweede Wereldoorlog werd Blankenburg bezet door de Amerikanen, later door de Britten tot die werden afgelost door de Russen.
De adellijke bewoners van het kasteel op de Schlossberg vertrokken, samen met de Britten, met de volledige inboedel van het kasteel. Men bracht dan een school onder in dit kasteel. In de DDR-tijd lag de stad vlak naast de binnengrens met West Duitsland. Geld ontbrak om de stad terug zijn luister te geven. Pas na de Wende was er geld om de oude binnenstad te renoveren en zijn vroegere uitzicht weer te geven. Deze renovatie is nog altijd bezig.
Wij parkeerden bij het bureau voor toerisme, dicht bij de markt. Op de markt staat het Rathaus.
Achter de Sint Bartholomäuskirche, die hier ook Bergkirche genoemd wordt, loopt een pad naar het Große Schloss, een barok kasteel gelegen op de 305 m hoge Kalkberg, dat niet te bezichtigen is maar je kunt wel door de barokke kasteeltuin terug naar beneden wandelen en het Kleine Schloss bezoeken.
Via de kleine nauwe straatjes gingen we terug naar de markt. Van hier reden we langs de Timmeröderstraße richting Teufelsmauer, een uit harde zandsteen bestaande rotswand tussen Blankenburg en Ballenstedt, met een lengte van 20 km.